+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Genesis
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 50 %
Gen. 6
6:1 Het 1) geschiedde toen de mens talrijk begon te worden op de aarde
en hem dochters werden geboren, 2)
2 dat de godenzonen 3) de dochters van de mens zagen:
Ja, goed waren ze!
en ze namen zich voor hen vrouwen, wie ze er maar van kozen.
3 JHWH zei,
mijn adem zal niet voor eeuwig in de mens blijven,
hij is slechts vlees; 4)
zijn dagen 5) zullen honderd twintig jaar 6) zijn.
4 De reuzen waren er op aarde in die dagen
en ook nog daarna.
De godenzonen hadden gemeenschap met de dochters van de mens
en zij hebben hen kinderen gebaard.
Dat zijn de krachtpatsers van ouds her,
mannen van naam 7).

1vertaling door Bert Griffioen
2Verg. Gen. 5 waar steeds zonen èn dochters worden geboren!
3Een restant van de polytheïstische achtergrond? Verder komen deze slechts voor in Job 1,6 en 2, 1
4De betekenis van בְּשַׁגַּ֖ם is onduidelijk. NBG51 vertaalt: nu zij zich misgaan hebben
5Ouderdom wordt uitgedrukt in dagen, het tijdsverloop in jaren!
6De leeftijd van Mozes, 3 maal 40 jaar.
7Opvallend: zij krijgen geen naam!